News

Back

Sampling: ignorance is bliss

09 September 2019
Creative Industries

Auteursrecht en Naburige rechten – Entertainmentrecht – MuziekAchtergrond

Twee Duitse producers, Pelham en Haas, creëerden in 1977 de track “Nur mir” voor de rapper Sabrina Setlur. De leden van Kraftwerk maakten bezwaar tegen het nummer omdat het een sample van ongeveer twee seconden “in loop’’ bevatte van hun nummer “Metall auf Metall”. Omdat dit gebeurde zonder toestemming van de leden van Kraftwerk, stapten zij naar de rechter wegens schending van hun auteursrechten en naburige rechten.

Na een ellenlang juridisch traject in Duitsland stelde het Bundesgerichtshof (de hoogste federale rechter) zes prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie. Het arrest van het Hof, dat dateert van eind juli, bepaalt enkele spelregels voor sampling.

Toestemming van de oorspronkelijke producent vereist?

Algemeen principe

Een producent van een fonogram beschikt over het uitsluitende recht om de directe of indirecte, tijdelijke of duurzame, volledige of gedeeltelijke reproductie van zijn fonogram toe te staan of te verbieden (artikel 2, c) Richtlijn 2001/29). Concreet betekent dit dat de toestemming van de producent vereist is wanneer men een fonogram volledig of gedeeltelijk wil reproduceren. Maar hoe zit dat dan bij sampling, waarbij vaak maar een miniem fragment uit een fonogram wordt overgenomen?

Het Duitse Bundesgerichtshof vroeg aan het Europees Hof van Justitie of er, bij overname van een miniem fragment van een ander fonogram, ook sprake is van een “volledige of gedeeltelijke reproductie” van dat fonogram.

Omdat het begrip “volledige of gedeeltelijke reproductie” niet gedefinieerd wordt, grijpt het Hof terug naar haar eigen rechtspraak én naar de in de omgangstaal gebruikelijke betekenis van het begrip “volledige of gedeeltelijke reproductie”. Op basis daarvan besluit het Hof dat een reproductie door een gebruiker van een geluidsfragment, hoe kort ook, moet beschouwd worden als een “gedeeltelijke reproductie” van dat fonogram.

Hoe kort het gereproduceerde stuk uit het fonogram ook is, volgens het Hof is de toestemming vereist van de oorspronkelijke producent. Pelham en Haas, hadden dus zelfs voor de twee seconden uit het nummer van Kraftwerk toestemming moeten vragen.

Op dit algemene principe bestaan echter uitzonderingen, die het Hof verduidelijkt naar aanleiding van haar antwoorden op twee andere prejudiciële vragen van het Duitse Bundesgerichtshof.

Uitzondering wanneer men een werk citeert

Lidstaten kunnen beperkingen stellen aan het uitsluitende recht van de producent om de reproductie van zijn fonogram toe te staan of te verbieden. Een dergelijke beperking is toegestaan ten aanzien van het citeren ten behoeve van kritieken of recensies, mits het een werk of ander materiaal betreft dat reeds op geoorloofde wijze aan het publiek beschikbaar is gesteld, de bron (waaronder de naam van de auteur) wordt vermeld, het citeren naar billijkheid geschiedt en het citeren gerechtvaardigd wordt door het bijzondere doel ervan (art. 5, d) Richtlijn 2001/29).

Een essentieel kenmerk van een citaat is volgens het Hof echter het feit dat degene die zich beroept op het citaatrecht, de bedoeling had om een dialoog aan te gaan met het geciteerde werk. Toegepast op sampling betekent dat dat de maker van een opname, die een herkenbare sample gebruikt, zich naar gelang mogelijks kan beroepen op het citaatrecht, mits het gebruik van de sample bedoeld is om de dialoog met het originele werk aan te gaan.
Uiteraard kan van een dergelijke dialoog geen sprake zijn wanneer de oorspronkelijke opname k niet kan herkend worden in het citaat in kwestie.

Volgens het Hof stelt zich dus de vraag de twee seconden die Pelham en Haas uit het nummer “Metall auf Metall” gesampeld hebben, herkenbaar zijn én of Pelham en Haas de bedoeling hadden om in dialoog te treden met het werk van Kraftwerk. Die vraag zal echter door de Duitse feitenrechter moeten beantwoord worden.

Het oorspronkelijke werk wordt op onherkenbare wijze vervormd

Het Hof verduidelijkt verder dat er steeds een evenwichtsoefening moet gemaakt worden tussen enerzijds het belang van de titularissen van auteursrechten en naburige rechten bij de bescherming van hun recht op intellectuele eigendom en anderzijds de fundamentele rechten van de gebruikers van beschermd materiaal. Het intellectuele eigendomsrecht is niet onaantastbaar en hoeft daarom, aldus het Hof, geen absolute bescherming te genieten. Het intellectuele eigendomsrecht moet daarentegen steeds afgewogen worden tegen andere grondrechten, zoals de vrijheid van kunsten.

Volgens het Hof is de samplingtechniek, waarbij een gebruiker met behulp van elektronische apparatuur een fragment van een fonogram overneemt om een nieuw werk te maken, een vorm van artistieke expressie die onder de vrijheid van kunsten valt. Bij de uitoefening van deze vrijheid kan de gebruiker van een sample, wanneer hij een nieuw werk vervaardigt, besluiten een van een ander fonogram overgenomen fragment dusdanig te wijzigen dat dit fragment bij het beluisteren van zijn werk niet meer herkenbaar is.

Kortom, wordt een geluidsfragment van een fonogram overgenomen in een gewijzigde en voor het oor onherkenbare vorm om het in een nieuw werk te gebruiken, dan geldt dergelijk gebruik niet als een “reproductie” en is er bijgevolg geen toestemming vereist van de oorspronkelijke producent.

Hiermee lijkt het Hof het citaat van de Amerikaanse componist en dirigent Leonard Bernstein eer aan te doen: “If you’re a good composer, you steal good steals.” Met haar vage formulering “in een voor het oor onherkenbare vorm”, zet het Hof immers de deur open naar sampling zonder toestemming van de producent, zolang men erin slaagt het werk van die oorspronkelijke producent zodanig te vervormen dat de sample niet ‘hoorbaar’ is. Tegelijk maakt het Hof ook de dure technische expertises om de herkomst van samples te achterhalen overbodig…

Specifiek voor de Kraftwerk-zaak is het nu aan de Duitse feitenrechter om te oordelen of de twee seconden uit het nummer “Metall auf Metall” van Kraftwerk, die Pelham en Haas gesampeld hebben in hun nummer “Nür mir”, zodanig gewijzigd werden dat zij ‘voor het oor onherkenbaar zijn’.

Of Kraftwerk de zaak gewonnen of verloren heeft – zoals de meeste media menen te kunnen besluiten – is vandaag dus steeds nog niet beslist.

Didier Deneuter & Ellis Vandorpe